Goed om te weten
Ons brein is een complex orgaan. De laatste jaren is weliswaar veel meer bekend geworden over het functioneren van het brein, maar er is ook veel niet of nog niet precies bekend. Laat je door de complexiteit van het onderwerp echter niet tegenhouden om breinkennis toe te passen in je lessen. Je ervan bewust zijn waar het brein ‘aan’ van gaat als het gaat om leren, levert jou als leerkracht een enorme kans om bewust die aspecten in je lessen te verwerken waarmee je de leermotivatie en het leerresultaat van jouw leerlingen positief kunt beïnvloeden. Geef je leerlingen liefde voor leren mee!
Hoe breinwijs ben jij?
Jouw Breinwijzer antwoorden vind je terug in je eigen e-mail inbox!
0-33 punten
Het lerende brein is voor jou nog een nieuw onderwerp. Start rustig met één opdracht en oefen daarmee tot je dit onder de knie hebt. Bouw daarna stap voor stap je vaardigheden op. Een simpele en effectieve breintip: Geef je leerlingen (beperkte) keuzemogelijkheden. Laat je leerlingen kiezen of ze een opdracht alleen doen of samen met anderen. Of laat je leerlingen zelf een verwerkingsmethode kiezen zoals bijvoorbeeld het maken van een mindmap of een samenvatting. Of laat je leerling aangeven waar hij het liefste
/ beste leert.
33-66 punten
Je bent goed op de hoogte van de breinvriendelijke uitgangspunten. Breng vooral je kennis in de praktijk; je leerlingen zullen je dankbaar zijn. Een extra tip waar veel leerlingen behoefte aan hebben is deze: Het brein heeft rust nodig om het geleerde goed en langdurig op te slaan. Geef je leerlingen daarom een ‘pauzekaart’. Jouw leerlingen mogen deze kaart 5 minuten per keer inzetten. Op een plek naar (beperkte) keuze. Of simpeler: Laat jouw leerlingen na een opdracht 1 minuut met hun hoofd op de tafel liggen. Rust moet!
66-100 punten
Gefeliciteerd! Je bent breinwijs! Zet je breinkennis in om je leerlingen te motiveren met leren én meer leerwinst. Een gevorderde tip voor jou: zet in je les zoveel mogelijk zintuigen en beweging in tijdens je lessen. Hoe meer zintuigen je gebruikt als je iets leert, des te makkelijker later de toegang tot het geleerde. Verdeel bijvoorbeeld voor de spellingles de leerlingen in vier groepen. Elke groep onderneemt vier verschillende opdrachten. Een voorbeeld voor spelling: woorden op de rug schrijven, woorden zingen, woorden schrijven, woorden uitbeelden.
Ontdek de antwoorden van de test en vergelijk ze met jouw eigen antwoorden
Jouw Breinwijzer antwoorden vind je terug in je eigen e-mail inbox!
Stelling 1 Als een leerling zich niet veilig voelt, kan hij niet meer nadenken, laat staan leren.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Eens
Je wel of niet veilig voelen heeft te maken met de reactie van de hersenen op de omgeving. Deze reactie kun je vergelijken met de werking van een stoplicht.
Groen dan is de omgeving veilig en staan de hersenen aan om te leren.
Oranje bij code oranje kun je nog 2 kanten op naar code groen of naar code rood. Om van code oranje naar code groen te komen helpt het om rustig door de neus in te ademen even je adem in te houden en daarna uit ademhaling langer maken. Hierdoor komt je lichaam tot rust.
Rood bij code rood stop het brein met nadenken en leren. Er vindt een heftige emotionele reactie plaats. De leerling is gestrest, bang of boos. Het lichaam maakt zich klaar om aan te vallen, te vluchten of als dat niet kan te bevriezen. De ademhaling gaat sneller en is hoger, al het vocht in het lichaam gaat naar de spieren, want die moeten klaar zijn om te bewegen. De leerling kan niet meer nadenken. Het lichaam reageert automatisch. Dit is handig in gevaarlijke situaties, maar niet in de klas. Goed om te weten is dat wanneer de hersenen in de code rood stand staan het ongeveer 30 minuten duurt voordat het lichaam weer tot rust komt en de leerling weer kan nadenken. Praat dingen dus niet meteen uit. Want de boze leerling is niet voor rede vatbaar.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 0 | 0 |
Stelling 2 Ons brein heeft een voorkeur om visuele beelden op te merken.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Eens
Ons brein is voor 95% hetzelfde als het brein van onze verre voorouders, die nog geen geschreven taal en minder gesproken taal hadden. De manier waarop men leerde van elkaar was door voordoen en getekende beelden op de grotwanden. Beide manieren beelden uit wat er geleerd moet worden. Je kunt je voorstellen dat als ons brein nog voor 95% hetzelfde is als onze voorouders, dat ook ons brein een voorkeur heeft voor beelden. Als je samen met de geschreven of mondelinge instructie ook beelden aanbiedt, dan wordt de lesstof beter onthouden. Maak (gebruik van) een mindmap, doe voor, laat leerlingen iets verbeelden, zet filmpjes, foto’s of schilderijen in.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 0 | 0 |
Stelling 3 We gebruiken slechts 10 procent van onze hersenen.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Niet mee eens Er bestaat geen enkel wetenschappelijk bewijs voor de stelling dat wij maar 10 procent van ons brein gebruiken. Hersenscans tonen aan dat er altijd en overal in het brein activiteit is. Alle gebieden in de hersenen zijn altijd actief, zelfs in je slaap. Eén kanttekening: we gebruiken niet de volle 100 procent van onze capaciteit op exact hetzelfde moment. Sommige hersenfuncties staan altijd ‘aan’, zoals de aansturing van je vitale organen. Andere staan maar af en toe aan: als je hardloopt is je brein drukker met motorische vaardigheden dan wanneer je ligt te slapen.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 4 | 0 |
Stelling 4 Iedereen heeft een dominante linker- of rechterhersenhelft.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Hangt er vanaf. Deze stelling veronderstelt dat er grote verschillen zijn tussen de linker- en rechterhersenhelft. In de linkerhersenhelft zou dan grofweg logica, taal en analytisch denken domineren. De rechterhersenhelft zou vooral beelden verwerken en holistisch denken bepalen. De werkelijkheid is veel complexer. Soms doet de ene helft net iets meer of net iets anders in een specifiek proces. Ook lukt het nog niet altijd om de twee hersenhelften goed samen te laten werken. Als je een voorkeur hebt voor ruimtelijke visuele (en dat is bewezen) dan zijn er meer delen in de rechterhersenhelft actief dan in de linker hersenhelft. Meestal is de samenwerking tussen de twee hersenhelften het allerbelangrijkst.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 0 | 4 |
Stelling 5 Leerlingen behalen een beter resultaat als je ze na het werk een compliment geeft.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Niet mee eens
Door het hebben van positieve emoties vooraf aan de prestatie kunnen de leerlingen beter nadenken en worden zij creatiever. Als je positieve emoties oproept voor de prestatie, dan zwakt de stress af en zal het resultaat verbeteren . Er zijn natuurlijk nog andere manieren om positieve emoties op te roepen: bijvoorbeeld door samen te bewegen, even lekker te lachen door: een mop te vertellen, of naar een leuk filmpje te kijken op internet.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 6 ‘Geeft niet, je hebt je best gedaan’. Wat vind je van deze feedback aan jouw leerlingen?
Niet mee eens
Geef deze feedback liever niet. Wat je hier onbedoeld als boodschap meegeeft, is dat er niet meer inzit. Dat dit het hoogst haalbare is. Is dit werkelijk zo? Of ligt het misschien aan de aanpak
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 7 Aansluiten bij voorkeuren op leerstijlen heeft geen effect en is een mythe.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Hangt er vanaf
Veel leerstijltheorieën gaan ervan uit dat mensen voorkeur hebben in de wijze van informatieverwerking én dat mensen beter leren als je informatie aanbiedt en laat verwerken op een manier die aansluit op hun voorkeursstijl. Is dit een mythe? Onderzoek dat uitgevoerd is naar leerstijlmodellen concludeert dat mensen niet beter leren als je aansluit op hun mogelijke voorkeur. (F.Coffield, 2004 en H. Pashler, 2009).
Het lijkt duidelijk, een mythe. Echter, het is wél bewezen dat sommige mensen een beter visueel geheugen hebben en andere mensen een beter verbaal geheugen. (J.Murre, 2012). Hoewel veel leerstijltheorieën inderdaad niet bewezen zijn, zijn er wel bewezen voorkeuren in woord- dan wel beeldgeheugen. Het toverwoord? Variatie! Wissel zoveel af met de verschillende leerstijlen. In ons aanbod van leerspellen vind je daarom een ruime afwisseling van leerstijlen.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 0 | 4 |
Stelling 8 Soms moet je leerstof gewoon leren; het hoeft niet altijd leuk te zijn.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Hangt er vanaf
Soms is leren inderdaad gewoon ‘moeten’. Als leerkracht is het echter goed om in gedachten te houden wat je doel is. Je doel is dat jouw leerlingen zo optimaal mogelijk hun leerstof leren. En daar komt breinvriendelijk leren om de hoek kijken. Als de leerstof betekenisvol is voor de leerlingen dan gaat het leren makkelijker en wordt het beter onthouden. En vaak wordt leren hierdoor ook leuker!
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 0 | 4 |
Stelling 9 Wat we zien, horen, ruiken, voelen, proeven is realiteit.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Niet mee eens
Ook al probeer je zo objectief mogelijk waar te nemen, nog steeds is een waarneming subjectief. Reeds opgedane ervaringen bepalen hoe ons brein nieuwe informatie verwerkt. Als leerkracht heb je hierin een belangrijke taak. Je kunt je de manier waarop je leerlingen nieuwe informatie tot zich nemen, positief beïnvloeden. Dit is wat breinvriendelijk leren kenmerkt.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 10 Nieuwsgierig zijn naar informatie is mooi meegenomen, maar zorgt niet voor betere cijfers.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Niet mee eens
Al op jonge leeftijd blijkt nieuwsgierigheid een betere voorspeller van hoe kinderen het op school zullen doen dan letter- of getallenkennis. Bij oudere kinderen en jongeren is nieuwsgierigheid een van de pijlers van schoolsucces, naast intelligentie en inzet. Een nieuwsgierig kind leert beter, onthoudt meer en ontwikkelt zich beter. Je lessen zo vormgeven dat jouw leerlingen nieuwsgierig zijn naar wat er komt, is breinvriendelijk onderwijs.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 11 Leren doe je met je lichaam.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Eens
Er komen steeds meer aanwijzingen dat kinderen leren, met meer plezier leren en meer onthouden wanneer ze actief en fysiek bezig zijn met hun omgeving. Niet alleen het zien en horen, maar ook het aanraken, voelen, bewegen, ruiken en proeven spelen daarbij een belangrijke rol. Des te opmerkelijker is het daarom dat de meeste lesprogramma’s en -methoden sterk gericht zijn op vooral het horen (auditief) en zien (visueel). Lesstof wordt behandeld met behulp van gesproken taal, geschreven tekst, beelden, filmpjes en computeranimaties. Andere zintuigen worden niet of nauwelijks aangesproken. Dit is een gemiste kans.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 0 | 0 |
Stelling 12 Buiten en tijdens de gym mogen de leerlingen bewegen. In de klas zit je rustig en werk je.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Niet mee eens
De leerlingen moeten elk half uur even bewegen ( Eric Scherder), dus ook in de klas.
Het leren gaat dan beter en sneller. Je maakt plezier er wordt dan meer dopamine aangemaakt en dat zorgt ervoor dat de leerlingen beter kunnen focussen. Onze Brain Breaks zijn juist hiervoor speciaal ontwikkeld.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 13. Als ik iets uitleg moeten leerlingen mij aankijken. Anders kunnen ze de instructie niet goed volgen.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Niet mee eens
Voor 20% van de leerlingen werkt dit niet. Om optimaal te kunnen focussen moeten zij iets doen. Bijvoorbeeld droedelen of omhoog kijken.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 14. De enige manier om te herhalen is om de lesstof nog een keer uit te leggen en daarna de opdrachten opnieuw, of gelijksoortige opdrachten uit te laten voeren.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Niet mee eens
Herhalen moet, want op die manier beklijft de lesstof. Maar het beste onthoud je als de lesstof op verschillende manieren herhaald wordt. Dus opdrachten met beweging, zelf onderzoeken, er een lied, rap of toneeltje over laten maken, een spel inzetten enz.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 15. Het helpt als leerlingen eerst een nachtje slapen over nieuwe lesstof.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Eens
Als leerlingen er een nachtje over kunnen slapen, kunnen ze alles beter onthouden. Herinneringen worden tijdens de slaap vastgelegd. Vooral herinneringen door een emotie als belangrijk zijn gelabeld.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 0 | 0 |
Stelling 16. Als de leerkracht rustig is, worden de leerlingen ook rustig.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Eens
Ons brein heeft spiegelneuronen en die staan constant ‘aan’. Als wij iemand iets zien doen, worden onze hersenen geactiveerd alsof wij het zelf doen.
Dus doe als leerkracht het gedrag voor, dat je wilt zien bij jouw leerlingen.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 0 | 0 |
Stelling 17. Door ontspanningsoefeningen / meditatie gaan leerlingen beter leren.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Eens
Meditatie oefeningen zijn ontspanningsoefeningen. Deze oefeningen brengen het brein tot rust (in code groen) waardoor leerlingen zich veilig voelen.
Als leerlingen echt goed ontspannen zijn dan staan de hersenen open voor waarnemingen en informatie die anders niet eens opgemerkt zouden worden.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 0 | 0 |
Stelling 18. Als leerkracht weet ik het beste wat goed is voor de leerlingen zodat zij goed kunnen leren.
- Eens
- Niet mee eens
- Hangt er vanaf
Hangt er vanaf
De leerling zelf weet ook heel goed wat goed is voor hem/haar en ook wat niet zo goed is. Hiervoor moet je op een positieve manier in gesprek gaan met de leerlingen. Stel open vragen en gebruik groeitaal. Je kunt de leerlingen ook leren om hun eigen leerplan te laten maken. Vraag wat ze al van dit onderwerp weten (kan ook optellen of spelling zijn) en vraag ze wat ze nog willen leren over dit onderwerp. Leerlingen kunnen ook prima hun eigen werk nakijken, laat leerlingen eigenaar worden van hun eigen leerproces. De leerling is zo veel gemotiveerder om te leren. Het is de taak van de leerkracht om de leerling goed te observeren en indien nodig uit te dagen tot leren.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 0 | 4 |
Stelling 19. Als de leerkracht veel gebaren maakt tijden het lesgeven zorgt dat voor onrust.
Hangt er vanaf
Als de leerkracht bewust ondersteunende gebaren maakt tijdens de instructie, dan verbeteren de prestaties van de leerlingen. Zeker als de leerlingen de gebaren nadoen. Uit onderzoek is gebleken dat de lesstof niet alleen beter wordt opgenomen, maar dat gebaren ook bijdragen dat de stof beter wordt onthouden, begrepen en dat het geleerde wordt toegepast bij nieuwe opdrachten. Leerlingen leren dus sneller.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 0 | 4 |
Stelling 20. De verhouding tussen negatieve opmerkingen en positieve opmerkingen is 20/ 80.
Eens
Uit onderzoek is gebleken dat er voor elke negatieve opmerking 4 positieve opmerkingen tegenover moeten staan. Deze opmerkingen sturen de hersenen aan. Bij alleen maar, of te veel negatieve opmerkingen, komt een leerling niet tot leren. De hersenen staan in code rood.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
4 | 0 | 0 |
Stelling 21. Leerlingen mogen alleen tijdens de pauze drinken.
Niet mee eens
Drinken is van groot belang om goed kunnen te leren. Hersencellen bestaan voor 85% uit water. De hersenen liggen ook in water. Als het waterpeil zakt dan vallen veel functies van de hersencellen uit, waardoor de hersenen minder goed informatie kunnen opnemen en vasthouden. Het leren gaat dus slechter. Las dus regelmatig drinkpauzes in of geef alle leerlingen een eigen waterfles die op tafel gezet kan worden. Laat de leerlingen alleen water drinken. De suikers in andere drankjes zorgen voor een suikerpiek en daarna een suikerdip, waardoor leerlingen zich slecht kunnen concentreren.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 22. Spelen mogen de leerlingen op het schoolplein; in de klas wordt er gewerkt.
Niet mee eens
Als een leerling veel speelt op een dag, dan wordt het brein geprikkeld, de leerling krijgt een gevoel van opwinding, waardoor er dopamine in de hersenen vrijkomt. Hierdoor worden de leerlingen alerter en voelen zij zich energieker. Ze zijn klaar om nieuwe informatie te verwerken. Verwerk daarom regelmatig spelelementen in je les.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 23. Als bij de kleuters blijkt dat een leerling een ontwikkelingsvoorsprong op het gebied van lezen en of rekenen heeft kan hij/zij eerder naar groep 3.
Niet mee eens
De kleutergroep is dé groep waar vaardigheden geleerd worden die nodig zijn om taken goed uit te voeren, voor zelfsturing. Met andere woorden de executieve functies. De leerling leert hier plannen, gevoelens en gedrag te reguleren, time management, na te denken voordat je iets doet en om flexibel te zijn. Als de executieve functies goed ontwikkeld zijn dan komt de leerling tot betere schoolprestaties en kan beter samenwerken. Onderzoek heeft aangetoond dat zelfsturing belangrijker is voor schoolsucces dan de hoogte van het IQ. Tip: Laat deze leerlingen gewoon in de kleutergroep en daag ze uit.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 24. Ik kan niet goed zingen en doe het dus ook niet met de klas.
Niet mee eens
Als je niet goed kunt zingen, maak dan gebruik van cd’s of YouTube. Zingen verbetert het geheugen en ontwikkelt het probleemoplossend vermogen. Zingen brengt de groep bij elkaar. Je doet het samen en maakt samen plezier, zeker als er ook nog bewegingen bij het zingen gemaakt worden. Liedjes kunnen ook troost bieden, rust geven of blij maken. door zingen wordt ook de woordenschat uitgebreid.
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |
Stelling 25. Muziekles gaat ten koste van het leren lezen en rekenen en veel leerlingen hebben hier toch al een achterstand in opgelopen.
Niet mee eens
Uit onderzoek blijkt dat het maken van muziek de ontwikkeling van luisteren en lezen juist stimuleert. Muziek traint kanalen in de hersenen die een belangrijke rol spelen bij het leren lezen. Zelfs alleen luisteren naar muziek heeft al een positieve invloed op het brein. Onderzoeker Nina Kraus zegt zelfs ‘Met alles dat we nu weten over de positieve effecten van muzikale training, ontkomen we er niet aan om alle kinderen een gelijke kans te geven om met muziek hun luistervaardigheid te ontwikkelen.’
Eens | Niet mee eens | Hangt er vanaf |
0 | 4 | 0 |