Hoe leer jij het liefste? Doe de test!

Weet je van jezelf op welke manier jij het liefste leert? Aan de hand van drie korte testjes ontdek je welke leervoorkeur jij hebt.
Schrijf op een blaadje de antwoorden die jij hebt gekozen.  De betekenis van jouw antwoorden krijg je onderaan het artikel. Er is geen goed of fout antwoord!

Test 1 Hoe zet jij een kast in elkaar?

A. Je leest de handleiding zorgvuldig door en volgt deze vervolgens stap voor stap.

B. Je bekijkt op YouTube een video en aan de hand daarvan zet je de kast in elkaar.

C. Je begint gewoon. Al doende kom je erachter hoe de kast in elkaar gezet wordt.

Test 2 Hoe leer je een nieuw spel?

A. Je laat eerst iemand het spel en de spelregels uitleggen.

B. Je kijkt eerst hoe de anderen het spel spelen en daarna doe je zelf mee.

C. Je doet direct mee en leer je gaandeweg hoe het spel werkt.

Test 3 Hoe leg je (bij voorkeur) iemand de weg uit?

A. Je vertelt: “Je verlaat de school en slaat rechtsaf. 2 straten verder ga je linksaf. Bij de rotonde neem je de derde afslag. Bij het tweede stoplicht ga je naar rechts en meteen weer naar links. Aan je rechterhand vind je het postkantoor. “

B. Je legt uit door middel van gebaren of je pakt Google Maps erbij.  

C. Je loopt of rijdt met degene mee. 

De antwoorden

Heb je voornamelijk antwoord A gekozen? Dan houd je hoogstwaarschijnlijk van een auditieve manier van leren.

Heb je voornamelijk antwoord B gekozen? Een visuele manier van leren spreekt jou het meest aan.

Heb je voornamelijk antwoord C gekozen? Dan past een kinesthetische manier van leren bij jou.

Heb je wisselende antwoorden gegeven? Dan wissel jij per situatie van leeraanpak.

Doe test 3 in de klas 

Je vraagt aan je leerlingen: “Je loopt samen met je vriend(in) over de weg en iemand vraagt jullie naar de weg naar het postkantoor.  Jouw vriend(in) geeft een uitleg. Snap je zijn/haar uitleg?”

Uitleg A. Je vertelt: “Je verlaat de school en slaat rechtsaf. 2 straten verder ga je linksaf. Bij de rotonde neem je de derde afslag. Bij het tweede stoplicht ga je naar rechts en meteen weer naar links. Aan je rechterhand vind je het postkantoor. “

Vraag aan de kinderen voor wie het duidelijk is waar het postkantoor is, en wie dit een duidelijke en fijne uitleg vindt. De kinderen die hun hand opsteken zijn de auditieve leerlingen.(in de voorgaande testjes antwoord A). Waarschijnlijk is dit een minderheid.

Uitleg B. Je tekent een kaart op het bord of je deelt kopietjes uit. Geef dezelfde instructies als in het eerste voorbeeld. Vraag aan de kinderen wie dit een fijne manier vindt. Dit zijn je visuele leerlingen. (antwoord B in de voorgaande testjes)

Let  nu op de kinderen die met een frons naar de kaart zitten te kijken, of hun kaart gedraaid hebben. Vraag hen het volgende: “Als je nu naar het postkantoor zou gaan, zou je daarna dan de weg weten ernaar toe?  Degenen die ‘nee’ zeggen, zijn je kinesthetische leerlingen. (Antwoord C)

Wat betekent deze test nu precies voor jou als leerkracht?

Het is fijn om te weten op welke manier jouw leerlingen in aanvang  het liefste leren. Maak er gebruik van, maar zorg ervoor dat alle leeringangen gebruikt worden door alle leerlingen. Ons brein is als een spier. Train het, op zoveel mogelijk verschillende manieren, en het wordt sterker.

Deel dit:

    Mijn bestelling
    Je mandje is leegVerder winkelen
      Bereken verzendkosten