Toen ik Spaans wilde leren, ging ik naar Costa Rica. Ik hoorde alleen maar Spaans om mee heen, keek de hele dag naar Spaanstalige telenovelas, had vrienden met wie ik alleen maar Spaans sprak. Na zes maanden was ik zover dat ik zelfs droomde in het Spaans. Om een nieuwe taal te leren, loont het om je compleet onder te dompelen in de nieuwe taal. Zo word je het snelst een expert. Voor al het overige leren is meer niet noodzakelijkerwijs het beste.
You can teach more and faster, but students will simply forget more and faster
Meer is niet altijd beter
Je kunt je leerlingen steeds meer aanbieden, in een steeds korter tijdsbestek, maar leerlingen zullen simpelweg meer en sneller vergeten. Het diep( in tegenstelling tot oppervlakkig) verwerken van complexe nieuwe informatie heeft tijd nodig. Het brein heeft tijd nodig om de informatie te structureren, te integreren en op te slaan. Zelfs bij het bekijken van visuele beelden hebben we tijd nodig om deze te verwerken.
Ons brein is een krachtig orgaan. Het is in staat om ontzettend veel informatie op te nemen. Ondanks deze superpower is onze leercapaciteit op een dag of ‘per taak’ beperkt. Sterker nog, de systemen en structuren van ons brein belemmeren juist een snellere verwerkingstijd. Bij het leren doorloop je in het brein verschillende stappen om informatie te verwerken, en al die stappen gaan via structuren en systemen. Elke structuur, elk systeem dient als een pauzeknop voor het brein. Laten we kijken hoe de activiteiten in sommige van deze structuren het leren beïnvloeden.
Ons kortetermijngeheugen is beperkt
Ons kortetermijngeheugen is het eerste bewuste geheugen en wordt ook wel werkgeheugen genoemd. Dit geheugen is erg klein en bevindt zich in de hippocampus. Onderzoek heeft uitgewezen dat we slecht drie tot zeven brokken informatie in een keer kunnen opnemen. Daarna raken we overbelast en gaan we nieuwe informatie missen.
Door leerstof in behapbare onderdelen, oftewel chunks, op te delen, sluit je aan bij de manier waarop ons brein informatie opslaat in ons langetermijngeheugen. Door dit te doen kan de informatie beter ‘vastkleven’ aan bestaande schema’s oftewel voorkennis.
Nieuwe informatie opnemen kost tijd
Wat gebeurt er als je je leerlingen nieuwe lesstof uitlegt? Binnen 15 minuten nadat je de informatie hebt uitgelegd, begint in het brein het proces waarin verbindingen worden gelegd. Deze (synaptische) verbindingen worden gedurende het daaropvolgende uur versterkt. Het duurt tot zes uur totdat de verbindingen zover zijn dat er impliciet geleerd kan worden. Wat betekent dit? Het betekent dat de nieuw geleerde stof als het ware verteerd moet worden. Als de synaps verstoord wordt voordat de stof op deze manier ‘vastgekleefd’ is, gaat de informatie verloren.
Je hebt je goede geheugen te danken aan een eiwit dat zich gedraagt als een virus
Als het gaat om de hersenen, dan nemen neuronen een belangrijke plek in. Neuronen zijn de cellen in ons zenuwstelsel en vormen de bouwstenen van ons brein. In de neuronen bevindt zich een eiwit. Een eiwit dat noodzakelijk is voor het langetermijngeheugen. Dit eiwit, dat werkt als een virus, heeft een incubatietijd. Dit betekent dat er tijd voor nodig is om nieuwe informatie te helpen het in je langetermijngeheugen te verankeren. Kort gezegd: Leren verloopt beter met korte sessies en rustmomenten dan met het voortdurend aanbieden van nieuw materiaal. Slaap is ook essentieel om het geleerde te verankeren.
De hippocampus heeft beperkte capaciteit en opslagruimte
De hippocampus, die een belangrijke rol speelt bij de opslag van informatie in het geheugen, leert snel maar heeft een zeer klein geheugen/opslagruimte. De organisatie en distributie van geheugen in de hippocampus kost tijd en veel werk wordt er verricht tijdens je slaap. Het linken van de geleerde stof aan andere informatie en het verankeren ervan kan alleen tot stand komen tijdens ‘downtime’.
Less is more. Too much, too fast, it won’t last.
Juist leerkrachten die klagen dat ze zo veel moeten herhalen, moeten zich afvragen of ze niet te veel stof aanbieden in te korte tijd.
Conclusie
Als je alle onderzoeken erbij neemt, kan het niet anders dan dat het overduidelijk is dat meer stof aanbieden per minuut, of te snel van het ene onderwerp naar het andere gaan, feitelijk betekent dat je erop kunt rekenen dat weinig wordt geleerd of onthouden. Het brein is niet gemaakt om constant gefocust informatie op te nemen. Het heeft tijd nodig, ‘downtime’ om het geleerde te linken aan andere kennis en om het te consolideren.
Tips & tricks
- ‘Downtime’ betekent niet dat je brein rust en je dus niks doet. Het betekent dat je brein de informatie aan het verwerken is!
- Wees er alert op dat schrijven in schriften, het maken van een werkblad, of stof bespreken in kleine groepjes prima is om met de stof bezig te zijn, maar dat het geen down/settling time is voor je brein!
- Hoeveel settling time nodig is, is afhankelijk van twee variabelen: het materiaal en de leerling. Is het materiaal complex en nieuw, dan vraagt het veel meer verwerking en settling time. Weet de leerling al aardig wat af van de stof, dan is er veel minder settling tijd nodig. Moeilijke leerstof aanbieden aan ‘verse’ leerlingen kost 2 tot 5 minuten verwerkingstijd voor elke 10 tot 15 minuten aan instructie. Aan de andere kant behoeft herhaling van bekend materiaal aan leerlingen die gewend zijn te leren, minder settling tijd.
Tip vanuit de neurowetenschap
Leer, overleg, en maak daarna een ommetje.